Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Conceptie-tijdperk

betekenis & definitie

Conceptie-tijdperk - (Recht). Hieronder is te verstaan het tijdperk, waarbinnen een op bepaalden datum geboren kind moet zijn ontvangen. De grenzen voor dit tijdperk zijn van belang voor de vraag of een echtgenoot de wettigheid kan ontkennen van een kind, dat betrekkelijk korten tijd na de voltrekking van zijn huwelijk geboren is (zie art. 306 Ned.

B. W.; art. 314 Belg. B. W.); voor de vraag, of een kind, dat zekeren tijd na de ontbinding van het huwelijk zijner moeder geboren is, nog als wettig beschouwd kan worden (zie art. 309 en 310 Ned. B. W.; art. 315 Belg. B. W.); ten slotte voor de vraag, of van iemand, die op een bepaald tijdstip met de moeder van een natuurlijk kind gemeenschap heeft gehad, aangenomen mag worden, dat hij de vader van dit kind is (zie art. 344 a Ned. B. W.; art. 340 b Belg. B. W.).

De Ned. en de Belg. wetgever nemen over het algemeen aan, dat het c.-t. gelegen is tusschen den 300en en den 180en dag voor de geboorte. Slechts de Ned. wet in art. 344 a B. W. spreekt van een periode, gelegen tusschen den 301en en 179en dag, voorafgaande aan dien, waarop het kind geboren is.

Van medische zijde, vooral door wijlen prof. Hector Treub, is deze door de wet gehuldigde opvatting van het c.-t. sterk bestreden. De geneeskunde toch heeft gevallen kunnen vaststellen, waarin tusschen de gemeenschap waaruit het kind ontvangen moet zijn en zijn geboorte meer dan 300, soms 320 tot 330 dagen waren verloopen. Het van medische zijde uitgesproken verlangen, dat de wetsvoorschriften, waarin het c.-t. een rol speelt, herzien mogen worden, schijnt dan ook niet van grond ontbloot te zijn.

Stoop.

< >