Cohort - (Lat. cohors = hoop, menigte), bij de Romeinen oorspr. een kleine militaire troepenafdeeling, sinds Marius (1e helft der 1e eeuw v. Chr.) technische eenheid van het Romeinsche legioen: 1 legioen = 10 cohorten; 1 cohort = 6 centuries (honderdtallen) = 600 soldaten. De lijfwacht van den veldheer, later van den keizer, heette cohors praetoriana; in den keizertijd lagen er te Rome 9, later zelfs 10 praetorianencohorten; verder 3, later 4 cohorten voor politiebewaking (cohortes urbanae = stadscohorten), en 7 brandweercohorten (cohortes vigilum). Bij de hulptroepen wisselde een c. tusschen 500 en 1.000 man; in keizertijd is c. ook de bezetting van kleine versterkingen (castella).
W. Vermeulen.