Cohn - 1° Adelbert, → Bela Kun.
2° Ferdinand, bekend plantkundige en bacterioloog; * 24 Jan. 1828 te Breslau, ✝ 25 Juni 1898 aldaar. C. promoveerde in 1847 in de plantkunde, was vanaf 1859 buitengewoon hoogleeraar en vanaf 1872 gewoon hoogleeraar en directeur van het door hem in 1866 opgerichte instituut voor plantenphysiologie te Breslau. C. beschouwde de studie van de cel en van hare ontwikkeling als den grondslag van de heele plantkundige wetenschap. Eerst bewerkte hij de morphologie en de ontwikkelingsgeschiedenis van de lagere wieren en zwammen: Untersuchungen über die Entwicklungsgeschichte der microscopischen Algen und Pilze (1853), waarin voor het eerst de plantaardige natuur der bacteriën en hun verwantschap met de Schizophyceae (= splijtalgen of blauwe wieren) werd vastgesteld. In zijn Grundlegende Untersuchungen über Biologie und Systematik der Bakterien (1872) stelde hij een systeem van de bacteriën op, waarvan de hoofdlijnen thans nog tot grondslag dienen. Vanaf 1870 gaf hij uit: Beitrage zur Biologie der Pflanzen en samen met Goeppert begon hij in 1877 aan de Kryptogamenflora Schlesiens.
Lit.: Pauline Cohn (zijn echtgenoote), F. C., Blätter der Erinnerung 1901). Melsen.