Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Cocosvezel

betekenis & definitie

Cocosvezel - wordt gewonnen uit cocosnotenbast. Deze bestaat uit vezels, waartusschen zich een korrelige massa, de zgn. „cofferdam” bevindt. Naast cellulose bestaat de vezel voor een groot deel uit lignine; ze is ca. 30 cm lang en 0,3-1 mm dik.

Van de 10 maanden oude noten verwijdert men den bast met een mes. Op Java klopt men dan den in water geweekten bast, tot de cofferdam verwijderd is. In de Britsche koloniën wordt de bast „geroot” in zout water gedurende eenige maanden.

Van de korte vezels maakt men borstelwerk en vulstof voor matrassen, van de lange spint men touw. De grootste producenten zijn Britsch-Indië en Ceylon. N.O.I. voert geen klappervezel uit. Menrath.

L i t.: prof. dr. G. van Iterson Jr., Vezelstoffen.

< >