Roraeinsch tooneeldichter. * In Campanië, ✝ ca. 200 v. Chr. te Utica.
In een tijd, toen de Rom. letterkunde nog ternauwernood ontloken was, schreef hij zijn Fabulae Praetextae: stukken, waarin voorname Romeinen ten tooneele werden gevoerd: en gehekeld. Om hun kleeding: de toga met breeden, purperen rand (praetexta), kregen de stukken dezen naam.
Te Romewas, noch werd, dit ooit populair. Door gevangenisstraf en verbanning heeft N. moeten boeten voor zijn driestheid.
Behalve tooneelwerk schreef hij, in Saturnische versmaat, een epos over den eersten Punischen oorlog. Enkel fragmenten over.
Slijpen.