Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Claves terminorum

betekenis & definitie

Claves terminorum - (Lat., = sleutels der grenzen). Om Paschen en daarmede de van Paschen afhangende veranderlijke feesten te bepalen, diende in de M. E. onder meer een rij getallen, die aangaven, hoeveel dagen de Paaschgrens (de lente-vollemaan, Luna XIV) in ieder jaar van 11 Maart verwijderd was. Deze getallen heetten claves Paschae = Paaschsleutels. De datum 11 Maart is geheel willekeurig gekozen. Vervolgens stelde men data vast, vanwaaruit men met de voor Paschen berekende claves verder tellend, de grenzen (termini) voor andere belangrijke, veranderlijke feesten vond; op den eersten Zondag na deze termini viel het bedoelde feest, evenals Paschen viel op den Zondag na de Luna XIV. Deze vaste data heetten eveneens claves, juister nog: loei of sedes clavium (= plaatsen of zetels der sleutels).

De getallen, die men bij den datum moest optellen, om de grenzen van een bepaald feest te verkrijgen, werden, ter onderscheiding, claves terminorum genoemd. Uitgaande van 11 Maart als locus clavium voor Paschen, was de locus bijv. voor Septuagesima 7 Januari, van Pinksteren 29 April. Men zeide: 7 Januari is de clavis Septuagesimae, enz. De claves van een jaar zijn afhankelijk van het guldengetal. In oorkonden, vooral van de 10e—12e eeuw, worden de C. t. herhaaldelijk in de dateering opgenomen. v. Campen.

< >