Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Clausuur

betekenis & definitie

Clausuur - (< Lat. clausura = slot, afsluiting). Formeel beteekent dit woord het verbod voor religieuzen om zich vrij te bewegen buiten dat gedeelte van het klooster, of vreemdelingen daarin toe te laten, dat als zoodanig moet worden aangeduid. Het pauselijk slot is voorgeschreven in alle canoniek ongerichte huizen van regulieren (d.w.z. met plechtige geloften), zoowel mannelijke als vrouwelijke; het algemeen of bisschoppelijk slot is verplichtend voor alle overige religieuzen. Het pauselijk slot verbiedt, behoudens uitzonderingen: het binnenlaten en binnengaan van vreemden (bij mannelijke religieuzen alleen van vrouwen, bij vrouwelijke religieuzen zoowel van mannen als vrouwen) onder straf van excommunicatie; het treden buiten het slot zonder bekomen verlof (wat voor vrouwen in gewone gevallen alleen de H. Stoel kan geven), en wel bij vrouwen onder straffe van excommunicatie. Het bisschoppelijk slot verbiedt, zonder bedreiging van straffen, het binnenlaten alleen van de andere sekse, wat de overste echter om een goede reden kan toestaan. Beyersbergen.

< >