Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Claudius Ptolemaeus

betekenis & definitie

Grieksch astronoom, wiskundige en geograaf, te Alexandrië. Leefde begin 2e eeuw na Chr.

Hij heeft door zijn Syntaxis Mathematica (voltooid tusschen 142 en 146, in Arab. vert. van al-Haj-jaj, 829-830, Kitab-al-Mijisti genoemd en vandaar later bekend geworden als Almagest), waarin hij, voortbouwend op Hipparchus, de geocentrische theorie der hemelbewegingen behandelt, grooten invloed op de ontwikkeling der astronomie tot in de 17e eeuw gehad. De Syntaxis bevat verder een catalogus van 1 028 vaste sterren, en een behandeling van vlakke en spherische trigonometrie.

Voor de gesch. der aardrijkskunde is van belang zijn werk Geograpliia, waarin de kaarten zijn geteekend op grond van bepalingen van lengte en breedte (zie afb. 1 in kol. 181/182 in dl. I).

Naast kleinere werken over wiskunde en astronomie (o.a. het Planisphaerium over stereogr. projectie), schreef P. een werk over optica en een over muziektheorie: Harmonica.Uitg.: Opera Astronomica (ed. Heiberg; 2 dln. Leipzig 1898-1909); Geographia (ed. Muller en Fisher ; 2 dln. 1883, 1901); Harmonica met comm. v. Porphyrius, in : Wallis, Opera Mathematica (III Oxford 1699).

Stelling van Ptolemaeus (wisk.). In een koordenvierhoek is het product van de diagonalen gelijk aan de som van de producten van de paren overstaande zijden. Bewezen in den Almagest (1,10), gebruikt als grondslag voor een koordenrekening, die de functie van de latere goniometrie vervult. Dijksterhuis Systeem van Ptolemaeus, het bekendste der geocentrische (< Gr. gè = aarde; kentron = middelpunt) voorstellingswijzen van de bewegingen van zon, maan en planeten, waarbij nl. de aarde als stilstaand wordt gedacht, in tegenstelling met Stelling van Ptolemaeus. heliocentrische systemen (< Gr. hèlios = zon), waar de zon stilstaat. In het systeem van P., zooals trouwens ook nog bij Copernicus, zijn alle bewegingen cirkelvormig en langs den cirkel gelijkmatig, daar zulk een beweging bij de Grieken als de volmaakte gold, en, zegt P., volmaaktheid wezenseisch is bij de hemellichamen, die geen verstoring van orde en dus geen ongelijkmatigheid kennen, zooals die op aarde plaats kunnen vinden. Elke planeet heeft een eigen stelsel ingewikkelde bewegingen, waarvan de voornaamste zijn:

1° De cirkelbeweging van de planeet zelf langs een epicyclus (fig. b);
2° Een beweging van het middelpunt m van den epicyclus langs een tweeden cirkel, den deferens.

De cirkelbewegingen, althans die langs de deferenten, ontstaan doordat een bol (sfeer), waarop de deferenscirkel beschreven is, draait om een van zijn middellijnen als as. Men heeft zoo, van binnen uit rekenend, de zeven sferen van de maan, Mercurius, Venus, de zon, Mars, Jupiter en Saturnus. Dat P. hiermee geen kristallen of anderszins stoffelijke sferen bedoelde, maar een wiskundige uitdrukkingswijze gebruikte, wordt tegenwoordig algemeen gehouden. Tot de juiste waardeering van het systeem van P. moge het volgende nog helpen. Met behulp van een voldoend aantal cirkelbewegingen kan men elke nog zoo ingewikkelde omloopsbeweging, zoo nauwkeurig als men verlangt, benaderen (de tegenwoordig gebruikelijke oplossing van de bewegingsvergelijkingen met goniometrische reeksen doet niet anders) en het systeem geeft de werkelijkheid volgens de waarnemingsmogelijkheden van dien tijd voldoende nauwkeurig weer, op eenige kleinere onderdeelen na. Verder is iedere beweging van zon en planeten principieel evengoed geocentrisch als heliocentrisch te beschrijven.Ten laatste blijft het systeem van P. niet staan bij de vraag alleen, hoe de planeten zich voordoen, maar houdt zich ook bezig met wat de planeten krachtens hun wezen zijn, en stelt zich daardoor onmiddellijk op een hooger plan dan de natuurwetenschappelijke theorie van den tegenwoordigen vorm.

Het is dan ook niet ondanks, maar wegens zijn kwaliteiten, dat het systeem van P. veertien eeuwen kon standhouden en met eere zijn plaats afstaan aan het systeem van ➝ Copernicus. Lit.: W. de Sitter, Kosmos (1932; Ned. bew. 1934).

de Kort.

De Canon van Ptolemaeus is een lijst van koningen, samengesteld door Claudius Ptolemaeus en opgenomen in zijn boek Almagest (zie boven). De lijst begint met den Babylonischen koning Naboe-nasir (747), noemt vervolgens diens opvolgers op den troon van Babylon, daarna de Perzische koningen, dan de Grieksche, de Egyptische Ptolemaeën en de Rom. keizers,om te sluiten met Antoninus Pius (137-160). Bij iederen koning worden de jaren van zijn regeering aangegeven. Daarom is deze lijst van zeer groote beteekenis voor de chronologie. Alfrink.

< >