Claque - (< Fr. claquer = klappen), benaming voor een groep lieden, tegen belooning aangeworven om door applaudisseeren het schijnbare succes van een opvoering te verhoogen. De c. zou reeds tijdens het Romeinsche keizerrijk bestaan hebben en in de 18e eeuw weer tot leven zijn gewekt door de rivaliteit van de Fransche en Italiaansche opera te Parijs. In 1820 werd de c. systematisch georganiseerd door Santon in een „Assurance de succès dramatiques”, welke een bepaalde hoeveelheid toejuichingen verkocht. Voor het baantje van chef de claque werd bij de Parijsche opera duizenden francs betaald.
De werkzaamheden bij de c. waren verdeeld in tapageurs (lawaaimakers), bisseurs (die herhalingen moesten zien te verkrijgen), rieurs en pleureurs (die het effect op het publiek moesten verhoogen), connaisseurs (welke luide opmerkingen ten beste moesten geven), chatouilleurs (stemmingmakers) en chauffeurs (die buiten het theater, in café’s enz., het publiek moesten opwarmen tot bezoek). Ook heden ten dage is vooral te Parijs de c. nog niet verdwenen. Aan de oude Fransche opera te Den Haag werd de c. vnl. uit begrafenisbedienden gerecruteerd.
v. Thienen.