Claessens - Adam Carolus, bisschop van Tranopolis i. p. i. en apostolisch vicaris van Batavia; * 28 Juni 1818 te Sittard, f 10 Juli 1895 te Buitenzorg. Priester gewijd in 1842, vertrok hij in 1848 met mgr. Vrancken naar Ned.-Indië en werd, na 25 jaar als pastoor van Batavia werkzaam geweest te zijn, in 1874 tot diens opvolger benoemd. Zijn bestuur kenmerkt zich door een krachtige uitbreiding van de missie, zoowel op Java als in de Buitenbezittingen (o.a. nieuwe posten te Medan, Manado, de Kei-eilanden, Timor, Bomeo, enz.). In Mei 1893 werd hij op zijn verzoek eervol ontslagen. Wessels.
2° Lambertus Antoon, Vlaamsch landschapschilder en etser; * 1763 te Antwerpen, f 1834 te Rueil bij Parijs. C. is in hoofdzaak bekend om de etsen door hem gegraveerd naar beroemde meesterwerken, o.a. naar de Nachtwacht van Rembrandt (1797). Te Parijs heeft hij medegewerkt aan de groote uitgaaf van de verzameling uit het Louvre: Le musée Francais; hiervoor graveerde hij o.a. etsen naar Rubens (Kruisafname), G. Dou (De Waterzuchtige vrouw). In 1830 heeft C. 15 van zijn etsen gebundeld en uitgegeven. Ook zijn bekend een groot aantal etsen naar portretten van de leden van de staten van Brabant door A. B. de Quertenmont geteekend. Eaesaert.
L i t.: R. v. Eynden en v. d. Willigen, Gesch. d. Vaderl. schilderkunst (III1830); Immerzeel, De levens en werken der Holl. en VI. kunstschilders enz. (1842); R. Wiegel, Kunst Katalog (XIX, afd. 1847, a. 41, nr. 16496-16500); Portalis-Béraldi, Les graveurs du 18e siècle (1880).
Maria Jozef Dominicus, missionaris, * 17 Febr. 1852 te Sittard, f 27 Jan. 1934 aldaar. Na zijn priesterwijding in 1876 vertrok hij als secretaris van zijn oom mgr. A. C. Claessens naar Ned.-Indië, waar hij de stichter werd van de statie van Buitenzorg en van het bekende St. Vincentiusgesticht aldaar. In 1908 naar Ned. teruggekeerd, richtte hij in samenwerking met W. H. Boogaardt in 1912 ,,de Indische Missievereeniging” op en in 1917 het tijdschrift „Onze Missiën in Oost- en WestIndië”, waarin talrijke bijdragen van zijn hand verschenen. In 1926 werd hij tot protonotarius apostolicus a. i. p.verheven. Wessels.
4° P i e t e r, priester, baccalaureus in de godgeleerdheid, leeraar aan het seminarie te Mechelen, inspecteur van het Officieel en na 1842 van het Vrij onderwijs; * 17 Febr. 1817 te Antwerpen, f22 Juni 1886 te Mechelen. Schreef in het Latijn, Fransch en Ned. over de meest uiteenloopende onderwerpen (oudheid, wijsb., gesch., godsd. onderwijs) en berijmde een Ned. vertaling van Racine’s Esther en Athalie, waarvan fragmenten verschenen in Het Belfort (1888).
L i t.: J. Fr. Willems, in Het Belfort (Aug., Sept., Oct. en Nov. 1888); kan. J. Muyldermans, Leven en Werken der Zned. schrijvers (31907). Godelaine.