Chlorose - 1° (geneesk.) een bepaald soort van bloedarmoede, die vooral bij jonge vrouwen in den ontwikkelingsleeftijd voorkomt, vroeger meer dan tegenwoordig.
2° In de plantk. noemt men c. het geheel of ten deele ontbreken van chlorophyl (= groene bladkleurstof) in plantendeelen, die normaliter groen zijn, voor zoover dit het gevolg is van bodemomstandigheden of parasitaire oorzaken. Een bekende oorzaak van c. is gebrek aan ijzer; doch ook een hoog kalkgehalte van den bodem, zuurstofgebrek, koude en beschadiging van het wortelstelsel kunnen c. veroorzaken. C. als gevolg van parasitaire oorzaken vertoont zich meestal in den vorm van gele vlekken, bijv. bij mycetogene c., welke toe te schrijven is aan de aanwezigheid van schimmels in de bladeren. Van infectieuze c. spreekt men, wanneer de gele vlekken zijn toe te schrijven aan de aanwezigheid van een besmettelijke stof, virus genaamd; zoo bijv. bij bontbladerigheid van sommige Abutilonsoorten en bij de mozaïekziekte van tabak en tomaat. Indien de gele kleur is toe te schrijven aan gebrek aan licht, spreekt men niet van c., maar van etiolement.
Melsen.