Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Chloroform

betekenis & definitie

Chloroform - CHCl3, kleurlooze, doordringend riekende, zoetachtig smakende vloeistof. S.g. 1,49; kookpunt 61,3°. Liebig gaf in 1832 als bereidingswijze de inwerking van chloorkalk op alcohol of aceton; tegenwoordig gaat men meestal uit van aceton. De warmteontwikkeling, die optreedt bij het inbrengen van aceton in de chloorkalkpap, is voldoende om de reactie te doen afloopen en de c. over te destilleeren. Om ontleding door licht en lucht onder vorming van kooloxychloride en chloor tegen te gaan, wordt c. gemengd met 0,5-1% absolute alcohol.

C., bestemd voor narcose, moet aan groote zuiverheidseischen voldoen. Dit wordt bereikt door de c. na binding van eventueele ontledingsproducten opnieuw te destilleeren, of door de c. op andere wijze bijv. uit Chloral, te bereiden. In de geneesk. vindt de c. verder nog toepassing als conserveermiddel, pijnstillend middel en, gemengd met olie, als smeersel. Als oplosmiddel wordt c. bij bereiding en onderzoek van geneesmiddelen e.a. stoffen veel gebruikt.

Lit.: Comm. Ned. Pharm. Ed. V (II).

Hillen.

< >