Chiabrèra - Gabriello, Ital. dichter ; * 8 Juni 1552 te Savona, ✝ 14 Oct. 1638 aldaar. C. verbleef beurtelings in zijn geboortestad en aan verscheidene Italiaansche hoven, waar zijn vermaardheid als dichter hem vleiende onderscheidingen bezorgde. Alle dichterlijke genres trokken hem aan: het heldendicht, de dramatische poëzie of opera, het treurspel, de dithyrambe, de briefvorm, de herderszang; hij poogde zelfs de Grieksche poëzie in Italië over te planten. Hij slaagde niet in de groote Pindarische ode, doch bereikte gunstige resultaten in de Anacreontische canzonette; hij doet daarin, veel meer dan aan de welsprekendheid van Ronsard, denken aan de bevallige, luchtige, eenigszins gekunstelde scherts van Marot.
U i t g.: Opere (5 dln. 1757); Rime (3 dln. Rome 1718); Liriche (Turijn 1926); Bloemlezing, door Polidori (Florence 1865). — Lit.: Ferrari, G. C. e le raccolte delle sue rime (Faenza 1888); Neri, Studi bibliografici e letterari (Genua 1890).
Ulrix.