Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Chartreuse

betekenis & definitie

Chartreuse - 1° Kartuizerklooster (La Grande Chartreuse), aldus genaamd naar het eerste klooster der Orde van den H. Bruno, gesticht in de woestenij van Chartreuse bij Grenoble. De kloostergebouwen, voornamelijk onder prior Innocentius Le Masson na een brand in 1676 in een zeer strenge zakelijke architectuur opgetrokken, beslaan een oppervlakte van 5 ha, omgeven door muren. Het complex bestaat uit twee groepen, waarvan een met de zgn. „Hôtellerie des Dames” (thans tot hotel ingericht) en een met de ca. 1300 verrezen, met kruisribgewelven overkluisde kapel; de groote kloostergang, gebouwd op trapeziumvormig grondplan, bestaat uit een hooger gelegen Zuidelijk gedeelte met kruisribgewelven (1145—1235), een middendeel, dat het kerkhof omsluit, uit 1326, gerestaureerd na den brand in 1676, en een hieraan toegevoegd Noordelijk deel van 1595. Opmerkelijk zijn de zeer hooge en steile tentdaken, aldus gebouwd om het ophoopen van sneeuw te voorkomen, en die, met leien gedekt, gezamenlijk een oppervlak van 40 000 m2 hebben. Moge La Grande Chartreuse, sinds de Kartuizers in 1903 werden verjaagd, haar ware sfeer hebben verloren, zij blijft toch altijd een belangrijk voorbeeld van een grooten Kartuizerkloosteraanleg. Sedert eenige jaren is het klooster door de Fransche regeering ingericht als rust- en vacantie-oord voor geleerden en hun gezinnen.

Lit.: A. Du Boys, La G.-C., tableau historique et descriptif de ce monastère enz. (Grenoble 1845); Jul. Taulier, Guide ... à, la G.-C. (Grenoble 1860); U. Chevalier, Répertoire des sources historiques du Moyen Age, Topo-bibliographie (I Montbéliard, 1899).

2° Een boschrijk kalksteen gebergte in de W. Alpen tusschen Chambery en Grenoble. Hoogste top 2 073 m (Chamechaude). Zeer regenrijk. Genoemd naar het bekende klooster.
3° Likeur, onder leiding van Kartuizerbroeders voor den handel bereid. De Reformatie, het Josephisme en de Fransche Revolutie hadden de Kartuizerorde van haar middelen beroofd en verarmd. Op het einde der 18e eeuw bracht de procurator der voormalige chartreuse van Molsheim in den Elzas naar de Grande Chartreuse het recept mede van een elixir, dat voorheen aan de zieken van zijn convent goede diensten had bewezen. Ca. 1850 slaagde de procurator van het groote klooster bij Grenoble, Dom Louis Gamier, er in, aan de hand van het oude recept de bekende likeur te doen bereiden.

Toeristen verspreidden de faam van dit product, zoodat allengs de bereiding op grooter schaal werd ondernomen. De opbrengsten stelden de Orde in staat niet alleen eenige haar ontroofde eigendommen terug te koopen, oude kloosters te herstellen en nieuwe te stichten, maar ook om tallooze kerken, kloosters, gestichten, liefdewerken en missiën regelmatig krachtig te steunen. Toen in 1903 het convent der Grande Chartreuse is verdreven en zijn bezittingen door den Franschen staat werden geroofd, heeft men de likeurbereiding voortgezet te Tarragona (Spanje). In 1934 is de stokerij weder als voorheen gevestigd te Fourvorie nabij de Grande Chartreuse.

Lit.: La Grande Chartreuse par un Chartreux (Grenoble 1930; Appendice).

< >