Kunstschilder, * 5 Maart 1899 te Nieuwer-Amstel. Was een paar weken op de Amsterdamsche Academie onder Derkinderen.
Verder autodidact. Hij leidde een avontuurlijk bohemien-leven en verbleef o.a. in Ned.-Indië en ZuidAmerika.
Na 1930 maakte hij te Amsterdam naam met kleine schilderijen en teekeningen, die eenigen invloed van Carra, de Cubisten en de Surrealisten lieten zien, overigens zeer persoonlijk verwerkt. Roelofsz’ werk is niet te classificeeren, men vindt er een sterk verbeeldingsleven in, met fantastische droomtoestanden en een bijzonder gevoel voor ruimte (De Roode Vlaggen, Het hoepelende Jongetje, De Schietbanen).
Voor de Groene Amsterdammer teekende hij „Tijdgenooten”, bijtende satires van algemeene strekking. Verder veel kleine naakten, met Griekschen geest.
Belangrijke muurschilderingen in het Solarium van den Geneesk. Dienst te Amsterdam en in het Kath. sanatorium te Zevenaar.
Zijn ontwerp voor een muurschildering in het Concertgebouw te Amsterdam werd niet aangenomen. Decors voor vertooningen van Sophocles’ Aias.
R. is een opmerkelijk talent, met bijzondere intelligentie en fantasie. Engelman.