Chalcidisch schiereiland - (voor ant. geogr., Chalcidice), deel van Griekenland, zich uitstrekkend in het N. deel der Egeesche Zee (zie krt. bij Athos-kloosters en bij → Balkanschiereiland E 4). Het wordt in het O. begrensd door de Golf van Orphani, in het W. door die van Saloniki en loopt naar het Z. uit in drie kleinere schiereilanden: Athos, Longos en Kassandra, waartusschen de golven van Hagion Oros en Kassandra. Het schiereiland bestaat vnl. uit kristallijne gesteenten, het hoogste punt is de berg Athos (I935m). Het klimaat is Mediterraan, de altijdgroene flora beslaat een breede strook langs alle kusten, vooral olijven komen daar veel voor, het meer massieve N. deel bezit veel macchia en phrygana en in de hoogere regionen groeien naaldwouden.
Hoewel de hoofdmiddelen van bestaan landbouw en veeteelt zijn, is de mijnbouw niet zonder beteekenis: magnesiet en chroom worden ontgonnen, verder zijn zilver, lood en antimoon aanwezig. In staatkundig opzicht bezit Athos een zekere mate van zelfstandigheid. De rest van het C.S. vormt de nomos Chalcidice, 3 281 km2 met 64 799 inw. (1928); hoofdstad is Polygyros, met 3 475 inw. (1932). Grieksch-Katholieke bisschoppen zetelen te Polygyros, Kassandria en Hierissos. Hoek