Causa - (Lat., = oorzaak), in de rechtstaal: rechtstitel, rechtsgrond, oorzaak. C. wordt overigens in verschillende beteekenissen gebruikt.
Voor de bestaanbaarheid eener overeenkomst wordt o.m. vereischt een geoorloofde oorzaak (art. 1356, 4° Ned. B.W.; art. 1108 Belg. B.W.).
Lit.: Naber, Praeadv. Ned. Juristen-vereeniging (1889); H. A. Hartogh, De oorzaak van overeenkomst en schuldbekentenis (Diss. Leiden 1907).
Causa heeft in het Kerk. Recht alle beteekenissen van het gelijkluidende Latijnsche woord, voornamelijk: grond bijv. tot het verkrijgen van dispensatie; aangelegenheid; bijz. rechtszaak, proces bijv. tot zaligverklaring, in huwelijksaangelegenheden, enz.