Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Cassianus, (abt)

betekenis & definitie

Cassianus, (abt) - Joannes, abt in Marseille, ascetisch schrijver. * Ca. 360, † ca. 435. C. trad in Bethlehem in een klooster, bracht meerdere jaren door in de verschillende nederzettingen van Egyptische monniken. Door S. Joannes Chrysostomus in Konstantinopel diaken gewijd. Na diens tweede verbanning ging C. naar Rome om den paus in te lichten, werd door dezen priester gewijd. Omstreeks 415 stichtte hij in Marseille een mannen- en een vrouwenklooster en bleef die besturen tot aan zijn dood.

Hij schreef twee groote werken over het kloosterleven: De Institutione coenobiorum en Collationes Patrum. Met dit laatste zijn bedoeld: gesprekken van den schrijver met de meest beroemde kluizenaars van Egypte. Die werken waren van groot belang voor de ontwikkeling van het monniksleven in het Westen alsook voor de gesch. van liturgie en koorgebed. De 13e Collatio is het oudste document van het ➝ Semipelagianisme en werd fel bestreden door ➝ Prosper van Aquitanië. Tegen Nestorius schreef hij: De Incamatione Domini.

Uitg.: Migne, Patr. Lat. (49-50); Corpus Scr. Eceles. Lat. (13 en 17). — Lit.: Bardenhewer, Gesch. d. altkirchl. Lit. (IV 1924); Franses, Prosper en Cassianus, in Stud. C. (III 1926-’27); Capelle, Les oeuvres de J. C. et la régie bénéd. (1929); Lex. f. Theol. u. Kirche (II 1931).

Franses.

< >