Carlos don - 1° naam van den zoon van koning Philips II van Spanje uit zijn eerste huwelijk met Isabella van Portugal; *8 Juni 1645 te Valladolid, ✝24 Juli 1568 te Madrid; was reeds in zijn prille jeugd mismaakt van lichaam, geest en karakter, erfelijk belast met de ziekten van zijn Spaansch en Portugeesch voorgeslacht; toonde meerdere abnormale neigingen, welke zijn vader dwongen hem op 18 Januari 1568 in zijn eigen verblijf te interneeren, waar hij reeds een half jaar later stierf. De aan Philips II vijandige legende, vanaf de Apologie van Willem den Zwijger tot aan Schiller’s drama, heeft ten onrechte den koning beschuldigd zijn zoon te hebben laten dooden.
Lit: Gachard, Don Carlos et Philippe II (1867); Docteur Cabanès, Les indiscrétions de l’histoire (5e serie, 1904); Bibl, Der Tod des Don Carlos (1918); Rachfahl, Don Carlos (1921). v. Gorkom.
2° De naam van den tweeden zoon (*1788, ✝1855) van koning Karel IV. Als broeder van den langen tijd kinderloozen Ferdinand VII was hij troonopvolger. Bij de geboorte van de latere Isabella II (1830) weigerde hij haar erfrecht te erkennen en verliet Spanje. Na den dood van zijn broeder riep C. zichzelf tot koning uit als K a r e l V. Dit was de aanleiding tot den eersten → Carlistenoorlog. 1845 trad hij af als hoofd van zijn partij ten gunste van zijn zoon C., Karel VI (*1818, ✝1861). Deze poogde eveneens een opstand te verwekken (1846).
Na zijn dood werd zijn jongere broeder Juan (*1822, ✝1887) erfgenaam van zijn aanspraak. Hij stond 1868 zijn rechten af aan zijn zoon C., Karel VII (*1848, ✝1909), die in 1873 den laatsten Carlistenoorlog voerde. Na dezen werden achtereenvolgens zijn zoon don Jaime (*1870, ✝1931) en zijn broeder don Alfonso (*1849) hoofd der Carlisten. V. Houtte.