Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Carl jonas ludvig almquist

betekenis & definitie

Carl jonas ludvig almquist - Vruchtbaar Zweedsch dichter en epieker van de laat-romantische, revolutionnair-radicale school. * 28Dec. 1793 te Stockholm, + 26 Sept. 1866 te Bremen. Door Rousseau beïnvloed, laat hij van zijn haat voor alle modern-steedsche beschavingsconventies blijken, o.m. in 1815 door stichting van de half oud-Gotischvaderlandsche, half mystisch-naturistische vereeniging Manhem ; later ook (1824) door een eenzaamheidskuur in Vermland. Zijn vrijzinnige gedachten en vooral een verdenking van moordaanslag kostten hem zijn betrekking van schoolhoofd en noopten hem (1851) tot uitwijking naar Amerika, vanwaar hij pas kort voor zijn dood, en onder schuilnaam C. Westermann, naar Bremen terugkeerde.

Zijn gloedvolle vrijheidslyriek, een ongebreidelde verheerlijking van een grenzenloos individualisme, ontbeert fijnere vormhoedanigheden; de mateloosheid zijner maatschappelijke critiek, en vooral een onverdedigbare huwelijksethiek, maakt van zijn romans, o.a. Det gdr an (1839), en van zijn satiren, o.a. Ormuz en Ahriman (1839), moreel bedenkelijke lectuur. Tömrosens Bok (1832 vlg.), een episodenrijke raamvertelling, en Arturs Jagt munten uit door schitterende verbeelding en een ontstellend-geheimzinnige, romantische atmosfeer. Veel van zijn overig werk is thans geheel verbleekt.

Uitg.: A.’s Valda Skrifter (1874 vlg.).

Lit.: Ahnfeld (1876); O. Holmberg (1922); A. Werin (1923); H. Olsson (1927). Baur

< >