Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Carl Flesch

betekenis & definitie

Hong. violist (solist en paedagoog); * 1873 te Wieselburg (Moson). F. was prof. aan het conserv. te Boekarest, 1903— ’08 leeraar aan het conserv. te Amsterdam, daarna leider van bijz. leergangen aan de Staatl.

Hochschule für Musik te Berlijn en bestuurder van de vioolafd. aan het Curtis Institute te Philadelpliia, was lid van enkele bekende kamermuziekensembles en maakte ook als solist vele concertreizen.Werken: Urstudien für Violine (1911); Die Kunst des Violmspiels (I 1923, II 1928). Verzorgde uitgaven van vioolwerken. Hanekroot

< >