Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Carcassonne

betekenis & definitie

Carcassonne - 1° hoofdstad van het dept. Aude (Frankrijk), 103 m boven zee (43° 13' N., 2° 22' O.); 33 921 inw. (1931).

Op een heuvel ligt de oude „Cité”. Openluchttheater. Bisschopszetel. Handel in laken, wol, wijn. Het oude Carcaso kwam in 408 onder de West-Goten; in 725 onder de Saracenen; later werd het een graafschap. In 1229 kwam het aan Frankrijk.

Lit.: Rivales, Cité de C. (1920).

Heere.

Kunst.

In de na 1247 gestichte, thans gemoderniseerde benedenstad van C., op den Westelijken (linker-) oever der Aude, bevinden zich de eenbeukige kerk van den H. Michael (13e eeuw, gerestaureerd door Viollet-le-Duc) en de eveneens eenbeukige H. Vincentiuskerk (14e eeuw), beide in den trant der school van Languedoc. Over de 110 m lange Oude brug (Pont-Vieux, begin 14e eeuw) bereikt men de oude bovenstad, de „Cité de Carcassonne”, in de 5e eeuw door de Wisigoten gesticht ter plaatse van een Romeinsch castellum, een der belangrijkste en indrukwekkendste monumenten van middeleeuwsche vestingbouwkunst. Met hare smalle, kronkelende straten wordt zij omsloten door een dubbelen ringmuur, waarvan de binnenste, in aanleg Wisigotisch werk der 5e eeuw, in de 13e eeuw gewijzigd, wordt omgeven door een lager gelegen ommuring, opgetrokken in de 13e eeuw onder Lodewijk IX en Philips III. Beide ommuringen zijn gescheiden door een omgang (les Lices), van 7-8 m breedte. De binnenste muur is versterkt met 27 muurtorens; voornamelijk aan zijn Noord- en Westzijde zijn nog gedeelten bewaard van het Wisigotische muurwerk, bestaande uit rechthoekige blokken bergsteen, afgewisseld door lagen baksteen, benevens de voet van een Wisigotischen muurtoren; omstr. 1130 is aan de Noord-Westzijde tegen de binnenzijde van dezen muur een sterk rechthoekig kasteel opgetrokken.

De buitenmuur telt 18 torens en flankeeringswerken. Hoofdtoegangen zijn de Porte d’Aude aan de Westzijde en de Porte Narbonnaise aan de Oostzijde. Binnen de Cité verrijst de St. Nazairekerk, bestaande uit een in 1095 begonnen driebeukig Romaansch schip, gedekt door een spitsbogig tongewelf op gordelbogen, en uit een Gotisch koor en transept, na 1260 begonnen, omstr. 1330 voltooid; belangrijk zijn vooral haar gebrandschilderde glazen der 14e, 15e en 16e eeuw. Zoowel de vestingwerken als de kerk zijn in 1850-’60 door Viollet-le-Duc op niet altijd onbedenkelijke wijze gerestaureerd.

Lit.: Joseph Poux, La cité de Carcassonne (Toulouse 1925).

F. Vermeulen.

” 2° Bisdom in Zuid-Frankrijk, suffragaan van Toulouse. Het omvat het departement Aude en telt 32 dekenaten en 415 parochiën. In de 13e eeuw was het een centrum der Albigenzen en is bekend door het optreden van S. Dominicus.

Lit.: Gallia Christiana (VI, 860 vlg.); Balme-Lelaidier, Cartulaire ou Histoire diplomatique de S. Dominique (I, 372 vlg.).

< >