Cambodja - 1 ° Een laagland, bekkenvormig gelegen tusschen de hooge meridiaangebergten van Achter-Indië. De rivier de Me-khong voert veel slib aan en vormt een groote delta.
Tegen de bergen wordt de moesson-regen opgevangen en heeft men veel bosch en landbouw. Het lagere land is droger, is steppe en dun bevolkt en moet bevloeid worden. De laagste doelen zijn moerassig met het meer Tonle-sap, dat in den natten tijd 25 000 km2, in den drogen tijd 3 000 km3 telt. Gelijkmatig tropisch klimaat, ca. 25° C met zomermoessonregens.
De oude Khmer-bevolking, die mooie rijken gesticht had, werd ca. 1000 door de Tai-volken onderworpen. In de bergen huizen nog wilde stammen (Pnong). In de dorpen vindt men vele Chineezen als handelaars. Het koninkrijk, ca. 175 000 km2 met 2 millioen inwoners staat sinds 1863 onder Fransche bescherming.
Veel rijst, katoen, peper; teakhout, benzoë, rubber.
Lit.: Aymonier, Le Camb. (2 dln. Parijs 1900—’01)l; Freye, Französisch-Indo-China, in Zeitschr. für Geogr. (1929). “Heere ”Kunst. Van het volk der Khmer (6e—12e eeuw) was geen spoor overgebleven; ong. 70 jaren geleden ontdekte Mouhot deze verloren gegane beschaving, overwoekerd door oerwoud. Bouwkunst is uit houtbouw voortgekomen. Voornaamste overblijfselen zijn de Tempel van Angkor-Wat (reconstructie Parijsche tentoonst. 1931) en de oude hoofdstad Angkor-Thom (beëindigd 10e eeuw) met Bayon-tempel. Angkor-Wat is terrassen-bouw, omgeven door diepe gracht.
Fraaie reliëfs sieren de wanden. Een brug, waarvan leuningen gevormd door zeven-koppige slangen (Naga’s), leidt naar tempel. Gewoonlijk vijver-aanleg. Over het land verspreid nog vele torens. Tempel niet geheel voltooid, als ware het werk plotseling gestaakt: natuurramp of revolutie schijnt dit volk inééns te hebben weggevaagd (→ Angkor; zie ook de plaat in deel II t/o kol. 173). “Hendricks ”2° Ook Khmer, een Austro-Aziatische stam, → Achter-Indië.