Caledon - 1° District in de Kaapkolonie (Z. Afr.), bloeit door landbouw (koren) en veeteelt (wol), is beroemd door zijn wilde bloemen (jaarl. tentoonst.); opp. 5 570 km2; grenzen: Z.: Ind.
Oceaan met schoone Walkerbaai; O.: Drakensteenberg, uitloopend in kaap Hangklip; N.: Zonder-Eindegebergte; W.: district Stellenbosch.
2° Dorp in W. provincie der Kaapkolonie (34° 14' Z., 19° 25' O.), ligt 115 km ten W. van Kaapstad; 250 m boven den zeespiegel; telt 1 500 blanke inwoners en 1 000 kleurlingen; bezit minerale bronnen, met radio-activiteit, temp. 118°; was reeds in de 18e eeuw herstellingsoord voor ambtenaren der Nederl. en Eng. O. I. Comp.; heeft een modem badhotel. De oorspr. naam was Zwartberg; gouverneur Cathcart (1852—’54) heeft het naar zijn voorganger Caledon genoemd.
3° Rivier, inheemsche naam Monokar, de belangrijkste rivier in Oranje-Vrijstaat, tak van de Nu Gariep of Oranjerivier, ontspringt op de Drakensbergen (Mont-aux-Sources) op de grens van Natal, vormt de N.O. grens van Basoetoland en valt in de Oranjerivier bij Bethulië na een loop van 354 km van N.O. naar Z.W. Besselaar.