Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Cádiz

betekenis & definitie

Cádiz - 1° provincie in Andalusië (Sp.). Opp. 7368 km2; ca. 470.000 inwoners.

2° Hoofdstad der gelijknamige prov.(36°32'N., 6°19'W.); haven aan de Golf van C. op een landtong (Gades door de Phoeniciërs ca. 1100 v. Chr. gesticht); circa 79.000 inwoners. Vroeger had C. groote beteekenis voor den handel op Amerika. Nu is het de uitvoerhaven v. Andalusië, vooral voor zuidvruchten, wijn (sherry uit Jerez) en ertsen, en aanloophaven. De ligging van C. maakt uitbreiding zoo goed als onmogelijk.

C. is meer oorlogshaven en vestingstad. De vele vestingwerken zijn echter verouderd. Het is ook bisschopszetel van het bisdom Cadiz-Ceuta. “Erkelens”.

< >