Bundel, (meetk.) - De rechten in een plat vlak, die door een vast punt (dat oneindig ver kan liggen) gaan, vormen een bundel van rechten, stralenbundel of stralenwaaier. De cirkels in een plat vlak, die door twee vaste punten gaan, vormen een cirkelbundel.
De bollen, die door een vasten cirkel gaan, vormen een bollenbundel. Een bundel van fig. in het platte vlak of in de ruimte wordt gekenmerkt door de eigenschap, dat door een willekeurig punt van het vlak, resp. de ruimte, slechts één fig. van den bundel gaat. In een bundel van vlakke krommen van den graad n gaan alle krommen in het algemeen door n2 vaste punten, de basispunten van den bundel. In een cirkelbundel zijn twee van de vier basispunten de isotrope punten. In een bundel van oppervlakken van den graad n gaan alle oppervlakken in het algemeen door een vaste kromme van den graad n2, de basiskromme van den bundel.
“v. Kol.
”