Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bürger (gottfried august)

betekenis & definitie

Bürger (gottfried august) - Duitsch dichter, als kind van zijn bewogen tijd, staande op de grens tusschen rationalistische traditie en Sturm und Drang. * 1 Jan. 1748 te Wolmerswende bij Halberstadt, ♱ 8 Juni 1794 te Göttingen; studeert zonder overtuiging te Halle, leeft 12 jaren als Amtmann te Gellichausen, brengt het tot onbezoldigd hoogleeraar in de aesthetiek te Göttingen, waar hij A. W. Schlegel onder zijn leerlingen telt; sloot drie zonderlinge huwelijken.

Onder Herder’s inspiratie een geestdriftig bewonderaar van de volkspoëzie, is zijn meest blijvende verdienste het heropwekken van de ernstige volksballade, die sedert de Renaissance tot speelsche, populaire romance was vervallen. Bekend zijn: Lenore (1773); Des Pfarrers Tochter von Taubenhein; Der Wilde Jäger; Der Kaiser und der Abt, e.a. Bürger was een sterk talent, maar tot compromissen met zijn publiek geneigd, wat hem aan een strenge veroordeeling hielp door Schiller.

Hoofdwerken: Gedichte (2 dln. 1878); vertaalde de Münchhausengeschiedenis naar een Engelsch origineel (1786). Uitg.: Sämtl. Werke (4 dln. 1924, V. Wurzbach).

Lit.: A. W. Schlegel (1801); Riemann (Reclam 4630); W. von Wurzbach, G. A. B. (1900); W. Mederow, B. (1912).

< >