Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Büchmann

betekenis & definitie

Büchmann - Georg, Duitsch philoloog; * 4 Jan. 1822 te Berlijn, † 24 Febr. 1884. Studeerde te Berlijn theologie, later klassieke philologie; 1846 dr. in de philosophie; 1854-1877 leeraar aan een Berlijnsche „Gewerbeschule”.

Kende ong. 11 talen, eveneens bekwaam op lexicographisch en namenkundig gebied.

Als gevolg van een voordracht in den Berlijnschen schouwburg over „landläufige Zitate”, van nu af „gevleugelde woorden” genoemd, kwam bij Fr. Weidling in 1864 zijn „Geflügelte Worte” van de pers, waarvan hij 13 drukken persoonlijk bezorgde en waarvan nu reeds de 27e verschenen is in 1926. Was hij tot dergelijke taalwetenschappelijke verzameling door soortgelijke Eng. en Fransche boeken opgewekt, op zijn beurt mag hij inspireerend gewerkt hebben op Nederlandsche, Zweedsche, Italiaansche, Hongaarsche, Russische enz. collecties; een inspiratie, die op dit gebied plagiaat natuurlijk niet verhinderde.

Brouwer.

< >