Bryant - William Cullen, de eerste groote Amer. dichter. * 1794 te Cummington in Massachusetts, † 1878 te New York. Puritein van afkomst en aanleg, tot 1825 advocaat en daarna tot zijn dood redacteur van de New York Evening Post, die onder zijn leiding een model werd van krachtige en waardige journalistiek.
Als dichter heeft hij in twee bundeltjes in 1821 en ’32 al de wezenlijke kenmerken van zijn genie uitgedrukt. Latere bundels versterken en verbreeden den indruk, maar veranderen hem niet. Hij is de hartstochtelijke minnaar en nauwkeurige opmerker van de natuur, zonder eenige neiging tot natuurvergoding; hij is de ernstige peinzer over verleden en toekomst en dood. Sterk besef van plicht en recht en waarheid met een meer zuivere en rijke dan ruime verbeelding, uitgedrukt in verzen van statig maar weinig persoonlijk rhythme en in klassieke helderheid van taal.
Gedichten: Thanotopsis, A Forest Hymn, To a Waterfowl, Among the Trees, The Song of the Sower (geïnspireerd door Schiller, Lied von der Glocke), The Sea, The Winds, A Rain-Dream, Robert of Lincoln, The Little People of the Snow. Vertaling van Homerus (Ilias en Odyssee in blanke verzen, 4 dln. 1870-’72); andere vertalingen uit Spaansch, Portugeesch, Duitsch, enz. — Uitg.: Roslyn edition van H. C. Sturges en R. H. Sloddard (1903, 1910); Household-edition (1930). — Lit.: P. Godwin, Life and Works (6 dln. 1883-’89); W. A. Bradley in Engl. Men of Letters (1905); W. E. Leonard, in Cambr. Hist. of Amer. Lit. (I 1917).
“Pompen.
”