Brunot - Ferdinand, Fransch taalgeleerde, professor aan de Sorbonne te Parijs ;* 1860 te SaintDié (Vogezen); hij werd in 1882 „agrégé de grammaire”, promoveerde in 1891 tot doctor in de letteren op zijn proefschrift „Etude sur la doctrine de Malherbe d’après son commentaire sur Desportes”, dat als eerste deel der Annales do l’université de Lyon verscheen; na chargé de cours geweest te zijn aan de literaire faculteit te Lyon, werd hij in 1891 benoemd tot lector aan de Sorbonne, alsmede aan de Ecole normale supérieure; als hoogleeraar volgde hij in 1899 Petit de Julleville op voor den leerstoel van de gesch. der Fransche taal. Hij schreef in 1886 reeds een Grammaire historique de la langue française, waarvan in den loop der jaren verschillende herdrukken verschenen, de laatste met medewerking van Charles Bruneau in 1933; verder verschenen van zijn hand, behalve talrijke artikelen en andere werken, in 1909 L’enseignement de la langue française, in 1922 La pensée et la langue, waarin hij een nieuwen weg bewandelt tot verklaring der taalfeiten.
Zijn voornaamste werk is zijn Histoire de la langue française, waarvan tot nog toe reeds 12 deelen verschenen zijn. In 1925 werd hij benoemd tot Membre de l’académie des Inscriptions; hij was van 1919 tot 1928 doyen der literaire faculteit aan de Sorbonne, en is sindsdien doyen honoraire.
Naast vele functies bij het onderwijs was hij van 1910 tot 1919 maire van het XIVe arrondissement te Parijs; hij was de stichter van de Archives de la parole et de l’institut de phonétique a la Sorbonne, van de voorbereidingsschool van leeraren in de Fransche taal in het buitenland, enz.; hij is doctor honoris causa van verschillende buitenlandsche universiteiten, lid van verschillende buitenlandsche academies, is groot-officier, commandeur of officier van verschillende orden, hield in bijna alle groote steden van Europa, o.m. in Nederland, waar hij ook kleinere plaatsen bezocht, belangrijke redevoeringen.
“Weerenbeck.
”