Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Brüggemann

betekenis & definitie

Brüggemann - 1° Hans, beeldhouwer, leefde ongeveer tusschen 1480 en 1540. Hij werkte uitsluitend in hout en is een der grootste Noord-Duitsche kunstenaars op dit gebied.

Zijn techniek wijst op Ned. en Nederrijnschen invloed, maar zijn vormentaal is sterk geïnspireerd op Dürer. Weinig werken zijn hem met zekerheid toe te schrijven; deze zijn bijna uitsluitend in Sleeswijk-Holstein. In den dom te Sleeswijk is zijn hoofdwerk, een 15 m hoog altaar, in eikenhout, voorstellend de Passie. De stijl is rijk en monumentaal, de figuren boeien door scherpe karakteristiek.

Lit.: W. v. Bode, Gesch. d. deutschen Plastik (223); A. Matthei, Zur Kenntniss der mittelalterl. Sohnitzaltäre Schleswig-Holsteins; Dehio, Handb. d. Deutschen Kunstdenkm. (1906).

Schretlen.” 2° Fritz, Duitsch litterair-historicus. * 18 Dec. 1876, promoveerde te Leipzig op het proefschrift: Die Ironie als entwicklungsgesch. Moment (1909), waarin hij de sociaal-psychische methode van Lamprecht op de lit. toepast. Sedert 1928 prof. te Kiel. Ook de Utopie en Robinsonade als letterkundig genre bestudeerde hij.

Hoofdwerk: Der Kampf um die bürgerliche Weltund Lebensanschauung in der deutschen Lit. des 18. Jh. (1925).

Pintelon.

< >