Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bruchus

betekenis & definitie

Bruchus - Kleine, gedrongen kevertjes, met naar onderen gerichten kop met vooruitstekende monddeelen, geen snuit. Dekschilden kort, het achterlijf niet geheel bedekkend.

De sprieten passen niet in een groef, zooals bij de snuittorren. Kevers en larven leven op en in vlinderbloemige planten. Het erwtenkevertje, Bruchus pisorum, heeft een eivormig, zwart lichaam, dichtgevlekt, lichtgrijs behaard. Lengte 4 tot 4,5 mm.

Larven in erwten; schadelijk. Het boonenkevertje heet Bruchus rufimanis, is kleiner en smaller dan de vorige soort. Lengte ong. 4 mm. Larven in boonen. “Bernink

< >