Broodvermenigvuldiging - De evangelisten Matthaeus en Marcus (Mt. 14. 13 vlg. en 16. 32 vlg.; Mc. 6. 32 vlg. en 8. 1 vlg.) verhalen tweemaal een broodvermenigvuldiging. Deze verschillen naar plaats, tijd en omstandigheden.
Joannes en Lucas (Joh. 6. 1 vlg.; Lc. 9. 10 vlg.) vermelden één b., die wat de hoofdzaak betreft met de eerste van Matthaeus en Marcus overeenstemt. Bij de eerste werden 6 000 man (vrouwen en kinderen niet meegeteld) gespijzigd met vijf brooden en twee visschen. Twaalf korven werden na afloop gevuld met wat overbleef. Deze b. gebeurde in het voorjaar tegen den tijd van het derde Paaschfeest.
De plaats, waar het voorviel, wordt aangewezen bij den Oostelijken oever van het Meer van Genesareth in de buurt van Bethsaida Julias of volgens andere traditie in tegenovergestelde richting bij Ain et Tabgha. Bij deze gelegenheid wilde het volk Jesus koning maken. Bij de tweede b. werden 4 000 man met zeven brooden en eenige visschen gevoed, terwijl zeven korven brood overbleven.
Deze wonderen zijn de voornaamste Messiaswonderen. Doel was ook voorbereiding op de instelling der H. Eucharistie om het geloof aan Christus’ wonderen gemakkelijker ingang te doen vinden.
Sommige auteurs nemen slechts één wonder aan en spreken van tegenstrijdige berichten of niet vaste traditie. “C. Smits ”Voorstelling in de kunst. In de beeldende kunst is b. niet zelden voorgesteld in verband met de Eucharistie. Zoo wellicht in de catacomben en bij enkele Ned. primitieven (altaar v. Melboume, Engelbrechtsen). Een voorstelling met zeer waarsch. louter historische beteekenis geeft Murillo. “Knipping ”