Bronvereering - De vereering van bronnen en stroomen berust waarschijnlijk op wijding en symboliseering van de animale vruchtbaarheid en levenskracht. Volgens heidensche opvatting vertoefden in de bron de nog ongeboren kinderzielen en woonden er de godheden der vruchtbaarheid.
Daarom werden aan beken en bronnen offers gebracht, waarvan nog sporen resten in het branden van licht bij bronnen, het tooien met kransen en bloemen, het werpen van kledingstukken en eetwaren in het water. Als oud-heidensch begrip leeft nog voort, dat water, op een heiligen tijd geput, bijzondere geneeskracht bezit. Er zijn echter ook heilige bronnen óf van specifiek Christelijken oorsprong, óf waarvan de heidensche oorsprong niet te bewijzen is, zooals de St. Surafontein te Dordrecht. Vele bronnen dragen den naam van een heilige. De meeste heilige bronnen van deze landen zijn gewijd aan de eerste geloofsverkondigers, den H. Bonifatius en den H. Willebrordus; in sommige hiervan doopten zij waarschijnlijk, die noemt men kerstputten en kcrstpoelen; waren zij van heidenschen oorsprong, dan zijn zij daardoor gekerstend.
Lit.: dr. Jos. Schrijnen, Essays en Studiën in vergelijkende godsdienstgeschiedenis, mythologie en folklore (blz. 245-250). “Knippenberg”