Brongniart - 1° Adolphe Théodore, Fransch plantkundige, zoon van den geoloog Alexandre B.; * 14 Jan. 1801 te Parijs, ✝ 19 Febr. 1876 aldaar; was vanaf 1833 hoogleeraar in de plantkunde aan de Jardin des Plantes te Parijs. B. was een bekend systematicus en een der grondleggers van de plantenpalaeontologie.
In zijn: Histoire des végétaux fossiles ou recherches botaniques et géologiques sur les végétaux renfermés dans les couches du globe, welke van 1828—1837 in verschillende deelen werd gepubliceerd, bracht hij voor het eerst door een classificatie orde in de toenmaals bekende fossiele planten. In: Enumération des genres des plantes cultivées au musée d’histoire naturelle a Paris (1843) stelde hij een natuurlijk plantensysteem op, dat later het uitgangspunt vormde voor de systemen van Alex. Braun, Ad. Eichler en A. Engler. Met J. B. A. Dumas stichtte hij in 1824 de „Annales des Sciences naturelles” en in 1854 grondvestte hij de Société Botanique de France, waarvan hij de eerste president was.
Een lijst van zijn talrijke werken over bouw en classificatie van levende en fossiele planten vindt men in Bulletin de la Soc. Bot. de France (XXIII 1876). “Melsen ”2° Alexandre, Fransch geoloog, mineraloog en zoöloog. * 1770 te Parijs, ✝ 1847 aldaar. B. diende eerst in het leger als apotheker, werd ingenieur bij het mijnwezen in 1794, daarna leeraar in de natuurlijke historie aan de Ecole centrale des Quatre-Nations (1796) en in 1800 directeur van de porceleinfabriek te Sèvres. Hij werd tot professor benoemd aan de faculté des Sciences en verving Haüy als hoogleeraar in de mineralogie aan het Museum (Musée d’Histoire naturelle). In 1815 werd B. tot lid benoemd van de Fransche Academie van Wetenschappen.
Werken: Essai d’une classification naturelle des reptiles (1805); Traité de minéralogie (1807). Medewerker van Cuvier geworden, droeg hij bij tot het werk: Description géologique des environs de Paris (1822). “Crommélin”