Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Brito

betekenis & definitie

Brito - 1° Bernardo de, Portugeesch theoloog en historicus; * 1568 te Almeida, ✝ 1617 aldaar. Na Europa doorreisd te hebben, gaat B. te Rome studeeren.

Na zijn terugkeer in Portugal treedt hij in de Orde der Benedictijnen. 1606 doctor in de theologie aan de universiteit van Colmbra. Wijdt zich aan geschiedkundige navorschingen en bestudeert de historische documenten van archieven en bibliotheken. Philips III benoemde hem tot kroniekschrijver van het koninkrijk Portugal. Brito geldt als een van die merkwaardige geschiedvervalschers, wien het patriotisme nader aan het hart ligt dan de waarheid. Echter hebben zijn werken literaire verdienste, waardoor hij blijft een der meesters van het Portugeesche proza.

Voorn. werken: Monarquia lusitana (I en II Alcobaça 1597; → Brandao); A primeira parte de Crónica de Cistel (Lissabon 1602); Elogios dos Reyes de Portugal (Lissabon 1603). Onuitgegeven bleven : o.a. Tratado de la antigua republica de Lusitania; Historia de Nuestra Senora de Nazareth ; Apologia sive responsio ad quaesita quaedam D. Augustini de Castro praesulis Brocharensis super contentis in prima Monarchiae parte; De privilegiis Ordinis Cisterciensis; enz.

Lit.: Fortunato de S. Bonaventura, Historia e memorias da Academia (VII Lissabon 1821, 13-51): Antonio d’Almeida, Erros historico-chronológicos de Fr. B. de Brito na Chronica de Cister (XII. I Lissabon 1837, 45-152). “Borst ”2° Wilhelmus, → Wilhelmus Brito.

< >