Brinell-schaal - Brinell heeft voor het bepalen van de hardheid van materialen een methode uitgedacht, welke internationaal is vastgesteld. Oorspronkelijk werd daarbij bepaald, hoe ver een stalen bol van 10 mm middellijn in het te onderzoeken materiaal drong onder een constanten druk, welke naar gelang van de hardheid 3000, 500 of 200 kg bedroeg.
Tegenwoordig laat men een hamer van een bepaalde hoogte neervallen op den kogel en daarna wordt de indruk gemeten; door deze verbeterde werkwijze verkrijgt men beter vergelijkbare uitkomsten.
Het hardheidscijfer wordt uitgedrukt in kg per mm2 en wel door den druk te deelen door het boloppervlak der indeuking.
Onderstaande tabel geeft de verschillende materialen, gerangschikt volgens de Brinell-schaal:
lood 4 welijzer 58 tin 10 messing 60 Babbitsmetaal 23 zilver 60 magnoliametaal 25 zacht ijzer 80 zink 30 grauw gietijzer 96 aluminium 39 brons 120 goud 48 wit gietijzer 300 koper 48 ongehard staal 372 antimonium 57 wolfram-chroomstaal 866 Het laatste cijfer is de hoogst waargenomen waarde en geldt voor een 18% wolfram 3% chroomstaal in geharden toestand.
“P. Bongaerts.
”