Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Brinckmann

betekenis & definitie

Brinckmann - 1° Albert Erick, kunstgeleerde en hoogleeraar der kunstgeschiedenis in Keulen. * 1881 te Norderney. Uitgever van de bekende serie „Handbuch der Kunstwissenschaft”.

2° John, plat-Duitsch schrijver, vooral van humoristische prozavertellingen. Als zoodanig is hij een wegbereider van Fritz Reuter, dien hij in menig opzicht evenaart. * 1814 te Rostock, † 1870 te Güstrow; om politieke redenen trok hij naar Amerika, waar hij achtereenvolgens als gezantschapssecretaris en leeraar werkzaam was.

Hoofdwerken: vertellingen: Vosz und Schwinegel (1854); Kasper Ohm un ick (1855); Uns’ Hergott up Reisen (1870), e.a. Gedichten: Vagel Grip (1859). — Uitg.: Ges. W. (1903, Weltzien). — Lit.: Süszeroth (1899); Weltzien (1914); Römer (1907). “Pintelon.

” 3° Justus, kunstgeleerde, * 1843 te Hamburg, † 1915 te Bergedorf. Was aanvankelijk advocaat, stichtte het Hamburger museum voor kunstnijverheid (1877) en bestudeerde vooral de kunstnijverheid van Japan.

Voorn. werken: Kunst und Handwerk in Japan (1889); Handbuch für die Gesch. des Kunstgewerbes (1894).

< >