Brest-Litowsk - (Poolsch: Bresc nad Bugiem), hoofdstad van de Poolsche prov. Polesië aan den Boeg; 30000 inw., vnl.
Joden. In 1595 werden de Roetheensche bisdommen te B. vereenigd met de Kath. Kerk (➝ Uniaten).
Vrede van Brest-Litowsk, 3 Maart 1918. Op 28 Nov. 1917 deed de Sovjet-regeering aan de Centrale Mogendheden vredesvoorstellen; de onderhandelingen, gevoerd door von Kühlmann, Hoffmann, Czernin, Joffe en Trotskij, leidden tot den wapenstilstand van 15 Dec. De proclamatie van de onafhankelijkheid van Oekraïne door toedoen van Duitschland en Oostenrijk werd door den Sovjet als onaanneembaar beschouwd en de onderhandelingen werden afgebroken.
Dadelijk namen de Centrale Mogendheden het offensief in Lijfland en Estland; het Duitsch ultimatum van 24 Febr. 1918 noopte Rusland tot onderwerping; Trotskij onderteekende den vrede op 3 Maart. De Sovjet-regeering stond af Koerland, Lijfland, Estland, Litauen, Russisch Polen; moest bezetting van Wit-Rusland dulden tot aan den algemeenen vrede, Finland en Oekraïne ontruimen en aan Turkije de sinds 1878 veroverde gewesten afstaan; bovendien zes milliarden goudmark als schadevergoeding betalen.
Door het verdrag van Versailles werd de vrede van B. te niet gedaan.
Lit.: Czernin, Erinnerungen (1919); General Hoffmann (1928); Trotskij, Mijn Leven.
“v. Son/Cosemans.
”