Brendanus - of Brenden, Iersch Heilige, stichter van vele kloosters, abt van Cluain-Ferta in Galloway, * ca. 484 te Tralee in Kerry, † 577 (of 578, 582, 588). Feestdag 16 Mei.
Hij zou, volgens een Vita B. uit de 9e eeuw, een langdurigen zeetocht hebben ondernomen naar het eiland der gelukzaligen. Zoo werd hij in verband gebracht met de Imrama: verhalen van avontuurlijke, dikwijls phantastische zeetochten, met Iersche fabelen en volksgeloof. Verchristelijkt, kregen die een ascetische, stichtelijke strekking. In de 11e eeuw ontstond de nog uitvoeriger Imram Brenaind, in het Latijn vertaald als Navigatio (of Peregrinatio) Sti. Brandani. In 1127 had een monnik, Benedeiz, haar in een Normandisch-Fransch gedicht verwerkt (al schijnt de Navigatio er toch niet de onmiddellijke bron van geweest te zijn) voor koningin Aaliz, dochter van den eersten hertog van Lotharingen uit het huis van Brabant.
Geraakte dit daardoor al vroeg hier bekend? Ook Sigebert van Gembloux (vóór 1100) verwerkte een dergelijken tocht in zijn leven van den H. Maclovius (Machutus). In het Mnl. nu bestaan er twee met elkander sterk verwante redacties van, bewaard in het Hulthemsche en in het Comburgsche handschrift, waarvan de Hulthemsche wel de oudere is en misschien oorspronkelijk Limburgsch: nog sterk verwant met de kunst van Veldeke, met vele assonances, met verzen van drie heffingen bij slepende rijmen, gedicht om voorgedragen te worden, zou het nog uit de 12e eeuw kunnen dagteekenen. Hierin moet St. Brandan zijn tocht ondernemen als straf voor zijn ongeloof aan wonderen: de avonturen zijn grilliger, soms waarlijk grotesk.
Het werk behoort tot de literatuur der eeuwigheidsvisioenen: de tocht gaat o.a. naar den helleput en voert tot het paradijs. Het gedicht zou wel het origineel kunnen zijn voor de Duitsche bewerkingen: een Middelduitsche (13e eeuw), verkort in een Middel-nederduitsche (14e e.); een Hoogduitsche, nog bewaard in een volksboek. Gewoonlijk weliswaar wordt een verloren Middelfrankisch origineel verondersteld (12e e.), waaruit ook het Mnl. gedicht zou stammen. De tocht is symbolisch bedoeld, en krijgt als zoodanig alleen zijn ware beteekenis.
Uitg.: C. Schröder, voor de Duitsche teksten (Erlanger 1871); Francisque Michel voor het Fransche (Parijs 1878); H. Wight, een Engelsch, ca. 1300 (Londen 1844); voor de Lat. Vitae cf. U. Chevalier Rép. Sources M. A. (Parijs 1905). — Lit.: G. Schirmer, Zur B. legende (Leipzig 1888); W. Meyer, Die Überlieferung der deutschen B. legende (Göttingen 1918); J. de Goeje, La légende de saint Brandan (1890); E. Bonebakker, Van Sente Brandane (1894); E. G. R. Waters, The Anglo-Norman Voyage of St. Brendan (1928); J. F. Kenney, The Sources for the Early History of Ireland (I 1929, 410-417 met lijst van uitgaven).
“V. Mierlo.
”