Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Brehm

betekenis & definitie

Brehm - 1° Alfred Edmund, Duitsch zoöloog en natuuronderzoeker; * 2 Febr. 1829 te Renthendorf, † 11 Nov. 1884 aldaar. Ondernam op 18-jarigen leeftijd met baron John Wilhelm von Müller een reis door Afrika, waarop hij veel te kampen had met financieele moeilijkheden, en keerde in 1852 weer naar Europa terug.

Van 1853-’56 bezocht hij de universiteiten van Jena en Weenen, doorreisde vervolgens Spanje en andere landen van Europa, en ging in 1862 wederom naar Afrika. Na zijn terugkeer in 1863 werd hij directeur van den dierentuin te Hamburg en na 1869 belast met de leiding over het aquarium te Berlijn. In 1876 ondernam hij met dr. Otto Finsch een onderzoekingstocht naar West-Siberië en bereisde in 1878 en 1879 met kroonprins Rudolf van Oostenrijk Hongarije en Spanje; van 1883-’84 hield hij een voordrachtenreeks in Noord-Amerika.

Werken: Reiseskizzen aus N.O. Afrika (Jena 1853); Das leben der Vogel (Glogau 21867-’68); Gefangene Vogel (2 dln. 1870-'75); Brehms Illustriertes Tierleben (13 dln. Leipzig en Weenen 41913-’20, opnieuw bewerkt door O. z. Strassen).

2°Christian Ludwig, vader van Alfred Edmund, ornitholoog; * 24 Jan. 1787 te Schönau bij Gotha, † 23 Juni 1864 te Renthendorf. Studeerde theologie te Jena en was vanaf 1813 dominee te Renthendorf. Zeer bekend was zijn vogelverzameling, die in 1897 werd aangekocht door Rothschild.

Werken: Beitr. z. Vogelkunde (3 dln. Neustadt 1821-’22); Lehrbuch der Naturgeschichte aller Vögel Deutschlands (2 dln. Jena 1823-’24); Handb. f. Liebhaber der Stuben-, Haus und andrer der Zähmung werten Vögel (Ilmenau 1832); Monographie der Papageien (14 dln. Jena 1842-’55).

Willems.

< >