Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bredius

betekenis & definitie

Bredius - 1° Abraham, Nned. kunstgeleerde. * 18 April 1855 te Amsterdam. Studeerde aanvankelijk schilderkunst, maar wijdde zich spoedig geheel aan de beoefening der kunstgeschiedenis, vooral van de Nederlandsche schilderkunst.

Van 1880-1889 was hij onderdirecteur van het toenmalige Ned. Museum voor geschiedenis en kunst, daarna tot 1909 directeur van het Haagsche Mauritshuis. Sinds 1924 woont hij in Zuid-Frankrijk. Werd doctor honoris causa gecreeerd van Amsterdam, Giessen en Krakau. Hij was een der eersten, die archivalia bestudeerde in verband met de Ned. kunstgeschiedenis. Zijn woonhuis aan de Prinsengracht is in een museum veranderd, waar men hem als kundig verzamelaar van prenten en schilderijen waardeeren kan.

Voorn. werken: Bijdragen in de Ned. Spectator (sinds 1879), de Ned. Kunstbode (sinds 1880), het Archief der Ned. Kunstgeschiedenis (sinds 1881), Gazette des Beaux Arts (sinds 1883), Zeitschrift für bildende Kunst (sinds 1883), Oud Holland (sinds 1884), De Gids (sinds 1884), der Kunstfreund (sinds 1885), Jahrbuch der preussischen Kunstsammlungen (sinds 1889), Repertorium für Kunstwissenschaft (sinds 1894), Bulletin van den Oudheidk. Bond (sinds 1903) en Burlington Magasine (sinds 1912).

Verder: Catalogue des tableaux du Rijksmuseum (1885; 1886 Ned. vertaling in nieuwe drukken tot 1904); Die Meisterwerke des Rijksmuseums in Amsterdam (1886-1888; Fransche vertaling van E. Michel); Die Meisterwerke der königl. Gemäldegalerie im Haag (1891; met Ned. tekst 1891, met Franschen 1891 en Engelschen 1893); art. over de schilderkunst in het werk „Amsterdam in de XVIIe eeuw”(1897); Het Stedelijk Museum van Haarlem (1902); Het Mauritshuis (1903); Rembrandt (1906); Joh. Torrentius (1909); Künstler-Inventare, Urkunden zur Geschichte der holländ. Kunst des XVI., XVII, und XVIII. Jahrh. (7 dln. 1915-1922, met register); Jan Steen (1927). — Lit.: Feestbundel Bredius (1915).

Knipping.

” 2° W. Ezn., een der oprichters en meer dan 40 jaar bestuurslid en voorzitter van den Ned. Zwembond. Had zitting in vele gemeentelijke commissies en was op internationaal zwemgebied een zeer bekende figuur. Was tevens voorzitter van de Amsterd. Zwemclub 1870. Heeft veel voor de verbreiding van de zwemkunst en de zwemsport in Nederland gedaan.

< >