Brander - 1° een oorlogsschip uit den zeiltijd. Het waren kleine schepen, welke geladen waren met brandbare en ontplofbare stoffen.
In het zeegevecht werden de branders naar den vijand gezeild; tegen dat men zijn doel bereikte, werd de brander aangestoken en met enterdreggen aan het vijandelijke doel bevestigd, waarna de bemanning zich in een sloep trachtte te bergen.
2° Een constructieonderdeel: drager van de vlam, waardoor vorm, samenstelling en richting van de vlam geregeld worden. In een gasbrander wordt een bepaald luchtgasmengsel gevormd en kan de vlam verschillende gedaanten verkrijgen: spaarbranders. In een acetyleenbrander wordt een bepaalde mengverhouding acetyleen-zuurstof verkregen en wordt aan de vlam door uitwisselbare branderpunten een bepaalden vorm van kern en mantel gegeven. Als onderdeel van een metaalsnijder kan een brander, gevat in een geleider, langs mallen bepaalde profielen automatisch snijden.