Bramante - Donato d’Angelo, Ital. bouwmeester uit de buurt van Urbino. Aanvankelijk werkt hij in het hertogelijk paleis van Urbino en schildert daar ook (onder invloed van Piero della Francesca en Mantegna).
In 1472 of 1474 gaat hij naar Milaan, waar hij zich nog korten tijd met schilderen bezig houdt, doch al spoedig zich geheel wijdt aan de architectuur. In 1499 is hij te Rome en ontplooit daar zijn grootste bouwbedrijvigheid. * 1444 te Fermignano (volgens anderen te Monte Astrualdo), † 1514 te Rome.
In de ontwikkeling van zijn bouwkunst zijn drie factoren aan te wijzen:
1° de invloed der Noord-Ital. architectuur en wel allereerst der oud-Christel. en Romaansche (gelede pijlers, halfronde absis, koepel). Voornamelijk echter bepaalt het middeleeuwsche Noord-Ital. Baptisterium zijn kunst: zijn voorliefde voor centraalbouw, met name voor den achthoek, en zijn nissen-architectuur. Wat de decoratieve elementen aangaat, deze neemt hij over van de Lombardische vroeg-Renaissance.
2° De invloed der Toscaansche bouwkunst volgens de principen van L. B. Alberti: deze uit zich vooral in de verantwoorde bouwgeleding.
3° De invloed der antieke bouwkunst te Rome: de achthoekige centraalbouw wijkt voor den cirkelvormigen, met cilinder en koepel.
Zijn voornaamste werk is zeker het ontwerp van de nieuwe Sint Pieter. De oude basiliek had den vorm van een Latijnsch kruis. Hij wilde nu deze Vredeskerk, zooals hij ze noemde (om wille van Constantijn, die de Kerk den vrede gaf), vereenigen met het Pantheon: wat dus beteekent, dat hij het Latijnsche kruis wilde inbouwen in een centraalbouw. Hiermee moesten de korte armen van dit kruis verlengd worden, zoodat een Grieksch kruis ontstond, bekroond door een centralen koepel. Zijn eerste plan was de vier kruisarmen door een ronde absis af te sluiten en deze rechthoekig aan de buitenzijde te ombouwen, den centralen koepel door vier kleinere koepels te flankeeren en op de vier hoeken van het vierkant, waarin hij de kerk gecomponeerd had, torens te plaatsen.
De pijlers echter, die den grooten koepel zouden moeten dragen, waren te licht en daarom versterkte hij die in een tweede plan, verkortte verder de kruisarmen, zoodat hij om de absiden nu een afgesloten rondgang ontwierp, welke ook naar buiten den ronden vorm der absiden weergaf. Daardoor kwamen de hoektorens in naar buiten uitspringende kwadraten te liggen. Met de rondgang om de absiden nam hij een middeleeuwsche, in N. Italië veel gebruikte bouwwijze weer op. Aan deze plannen hebben de volgende bouwmeesters Sangallo en vooral Madema nog veel veranderd, doch aan B. komt de eer toe de kerngedachte van de nieuwe Sint Pieter gegeven te hebben.
Navolgers en leerlingen waren o.a. Giulio Romano, Bald. Peruzzi en Ant. da Sangallo. Op vele bouwwerken in en buiten Rome heeft B. invloed gehad.
Voorn. werken: verbouwing van de S. Maria presso S. Satiro te Milaan (centraalbouw met 8-hoekigen koepel, vooral sacristie van binnen rijk versierd); zuilenhof der Canonica van S. Ambrogio te Milaan (slanke zuilen, hoekpijlers met takvormige uitsteeksels over de schacht); hof van S. Maria della Pace in Rome (geen archivolten, op de bovenverdieping afwisselend zuiltjes boven het midden der benedenbogen, rustend op de borstwering, en pilasters, rustend op den vloer); Tempietto in den kloosterhof van S. Pietro in Montorio (1499-1502; ronde centraalbouw, koepel achter balustrade op cirkelrond grondvlak); verbouwing van het Vaticaan met Damasushof; plannen voor de Sint Pieter (1506); havenkasteel van Cittavccchia (1508); koepel op den dom van Loreto en plan voor de Casa Santa in den dom (1509). — Lit.: v. Geymüller, Die ursprünglichen Entwürfe für S. Peter in Rom (1875-’79); Vogel, B. und Raffael (1910); Reymond, B., in Les grands Artistes (z.j.); Frankl, Die Entwicklungsphasen der neueren Baukunst (1914); Frey, B.’s S. Peter-Entwurf und seine Apocryphen (1915); v. Bode, Die Kunst der Frührenaissance (1923); Venturi, Storia dell’arte italiana (VIII 1923); Willich en Zucker, Baukunst der Renaissance in Italien (1914-1929); Wölfflin-Rose, Renaissance und Barock (41926).
“Knipping.
” Bramantino bijnaam voor Bartolomeo Suardi, Ital. schilder en bouwmeester; † vóór 1536. Werkte bij Bramante tot ca. 1600. Hij sluit zijn stijl in hoofdzaak bij Mantegna aan, maar later, door invloed van Bramante, kiest hij meer het monumentale, met ronde vormen, warm incarnaat en minder harde omtrekken.
Voorn. werken: Christus (Milaan, Casa Soranzo); Aanbidding der Wijzen (Londen, National Gallery; Milaan, Ambrosiaansche Pinacotheek); H. Familie (Milaan, Brera); Kruisiging (Milaan, Brera). — Lit.: Venturi, Storia dell’arte italiana (VII 4 en VIII 2, 1915 en 1924).
“Knipping.
”