Boycot - heeft in de omgangstaal de beteekenis van planmatig handelen en streven om op anderen indirecten dwang uit te oefenen. Het woord b. heeft zijn inhoud gekregen door de agitatie der Landliga in Ierland in 1880.
Kapitein Boycott was beheerder der goederen van graaf Ernè in een streek, die destijds het middelpunt was van een actie van landpachters tegen de pachtheeren. Aan de bepalingen der liga, inzake het niet-betalen van pachtsommen, wenschte B. zich niet te onderwerpen en hij bleef ook beslist weigeren zich aan te sluiten. Door dezen tegenstand verbitterd, sloot zijn omgeving hem stelselmatig uit van alle publiek verkeer, en niemand wilde met hem handel drijven, voor hem arbeid verrichten of omgang met hem hebben. Onder bescherming van politie en militairen moest B. vreemde werkkrachten in dienst nemen, doch hield dit niet lang vol en verliet zijn post als beheerder. De methode, waarmede dit resultaat was bereikt, ontving den naam van haar slachtoffer.
Het begrip b. is nadien verruimd tot een economisch strijdmiddel, om anderen op indirecte wijze te dwingen iets te doen of na te laten.
Zoo ontstond in Nederland en elders, tijdens de gewelddadige onderwerping der Zuid-Afrikaansche boerenrepublieken door Engeland, een sterke boycotbeweging tegen het koopen van Engelsche goederen. Deze b. was voornamelijk een protest tegen het bijeenbrengen van vrouwen en kinderen der strijdende boeren in concentratiekampen. Voorts werd kort na den Wereldoorlog door de socialistische beweging een b. tegen Hongarije afgekondigd, om de regeering van dit land te dwingen, haar scherp optreden tegen de bolsjewistische elementen te staken. Een recent voorbeeld is de eveneens socialistische b. van Duitsche goederen, gericht tegen de Jodenvervolging door het nationaal-socialistische bewind in Duitschland. Naast deze voorbeelden van ruimere politieke strekking zijn er ook van beperkten aard. Ook elke werkstaking gaat vergezeld van een b. tegen de onderneming(en), in het conflict betrokken.
Onder het begrip b. valt het streven om te beletten, dat andere arbeiders het neergelegde werk opnemen. Zoo ook de samenspanning van arbeiders tegen een of enkelen hunner, die ongeorganiseerd blijven, of van industrieelen of handelaren, die onwillige concurrenten met indirecte machtsmiddelen dwingen zich aan de regelen der bedrijfsgemeenschap te houden.
Het woord b. vertolkt dus een complex van handelingen en strevingen van ruimere of meer beperkte strekking, die beoogen, door aanwending van economische macht, indirect door afzondering of uitsluiting te dwingen iets te doen of na te laten. ➝ Lock-out.
“Kuiper.
”