Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Boven-Digoel

betekenis & definitie

Boven-Digoel - 1° Bovenstroomgebied van de Digoel rivier in Ned. Z.Nieuw-Guinee.

2° Onderafdeeling van de residentie Amboina, gouvernement der Molukken (N.O.I.); gebied zonder scherp omschreven grenzen, in de onderafd. Z.Nieuw-Guinee (Merauke). Ligt tusschen 6° 10' en 6° 40' Z., 140° en 141° O.; begrensd ten N. door het Centraalgebergte (Sterrengebergte), ten O. door Britsch Nieuw-Guinee en de Fly-river, ten Z. en W. door de onderafd. Z.Nieuw-Guinee.

Bodemgesteldheid. Naar het Z. steeds lager wordend heuvelland, aan den rand van het inzin kingsbekken der → Alfoeren-zee, overgaande in een onmetelijke laagvlakte met grasvelden, bosschen en moerassen (grootste hoogte 20 m boven Digoel-peil).

De bevolking bestaat uit Papoea’s, kleiner van type dan de kustbewoners, koppensnellers en kannibalen, in groepen verspreid zonder vaste kampongs.

Interneeringskamp. Boven-Digoel is de jongste bestuursvestiging op Ned. Nieuw-Guinee (begin 1926), uitsluitend bedoeld als vooruitgeschoven post, om met de woeste bevolking in aanraking te komen; eerste bestuursambtenaar was de pionier F. C. Marks. Bij Gouvernementsbesluit van 10 Dec. 1926 werd B.-D. aangewezen als interneeringskamp voor leiders der extremistische woelingen op Java en Sumatra; eerste militaire gezaghebber was kapitein Becking.

Hoofdplaats: Tanahmerah (= rood land, grond, aarde), 250 mijl van de monding der Digoel rivier. Sedert 11 Oct. 1927 zetel van het burgerlijk bestuur (eerste gezaghebber M. A. Monsjou) en van het residentie-gerecht (Stbl. 1927, nr. 677); standplaats van een dokter (chef van het hospitaal). Er zijn 4 brigades infanterie; radio-zendstation; er is maandelijks scheepsgelegenheid van en naar Ambon.

B.-D. is geen strafkolonie; zonder werkdwang worden de over 6 kampongs verspreide geïnterneerden aangespoord het land te bewerken of een ambacht uit te oefenen. Ze exploiteeren kleine toko’s en hebben onderling een coöperatieve inkoopcentrale. Er zijn een paar scholen, o.a. een Inlandsche school 2e klasse.

De onverzoenlijken wonen in een aparten kampong 35 km Noordelijker de rivier op.

Aantal geïnterneerden in 1927: 538 mannen en 382 vrouwen en kinderen, in 1928 resp. 666 m. en 473 vr. en k., in 1929: 1 124 m. en 977 vr. en k.

In 1930 na de inspectiereis van den oud-raad van Indië W. P. Hillen begonnen de eerste afvloeiingen, zijnde 219 personen. Begin 1931 waren er nog 967 geïnterneerden en 665 vr. en k. In den loop van dat jaar mochten weer resp. 616 en 186 personen repatrieeren.

Mettertijd zal op economische en gezondheidsoverwegingen het kamp naar gunstiger streken worden verplaatst.

B.-D. wordt op dienstreis door een Missionaris van het H. Hart vanuit Toeal of Merauke bezocht.

Lit.: Verslag v. d. militaire Exploratie van Ned. Nieuw Guinea, 1907—1915 (1920); P. Vertenten M.S.C., Naar de kannibalen van Boven-Digoel (in Java-Post, 1924, nr. 59, 70, 82); dr. P. Thierfelder, Op reis in Ned. N. Guinea naar de Boven-Digoel rivier (in Vrije arbeid, 1925 nr. 38, 55, 72); Koloniaal (resp. Indisch) Verslag (1928 t/m 1931); Nic. Verhoeven M.S.C., Menschen-eters aan de Digoel (in Annalen Missiehuis Tilburg 1 Mei 1928); idem, Naar het hartje van Nieuw-Guinea (in Annalen Missiehuis Tilburg 1927—’28). “Cappers ” Bovendominant → Dominant.

< >