Bouwmeester, louis frederik johannes - acteur. * 6 Sept. 1842 te Middelhamis, ✝ 1925 te Amsterdam. Had tooneelbloed in de aderen, doch wilde zelf naar zee.
Zijn vader, de tooneelspeler L. T. J. Rozenveldt, liet hem echter al jong spelen. L. B. zwierf rond bij verschillende gezelschappen, ging, 19 jaar oud, een verbintenis aan in het Salon des Variétés bij Boas en Judels te Amsterdam, en wist daar in een draak als „Marmeren beelden, ijskoude harten” het publiek plots ongekend te boeien. Dit was het begin van zijn succesvolle carrière, waarbij hij als volksacteur door het Amsterdamsche publiek op de handen gedragen werd. Na 1866 werkte hij mede in verschillende combinaties, waarvan een nieuwe combinatie met Boas en Judels leidde tot heropening van het Salon des Variétés.
Zijn enorm succes als volksacteur bracht nu een aanbieding van het Ned. Tooneel, waar zijn optreden een ware verrassing bracht: als Jasper in „La joie fait peur” bleek hij een mate van soberheid en echt gevoel te bezitten, die men in hem, den in draken geschoolden acteur, niet algemeen had verwacht. Toch bleef L. B. vóór alles de sterk romantische tooneelspeler. Romeo en Hamlet brachten dan ook een échec; Narcis, Richard III, en Lodewijk XI vertoonden hem in zijn grootste kracht.
In 1880 kwam zijn eerste vertolking van Shylock, de rol waarmee L. B. meer dan ooit vergroeid scheen. Door zijn diep-tragische creatie werd hier weliswaar het evenwicht van Shakespeare’s blijspel verstoord, maar de herschepping, die B. van het karakter gaf, was meesleepend en ontwapende alle critiek. Zijn Oedipus in 1897 toonde een onverwacht klassieke opvatting van de rol.
Na zijn 40-jarig jubileum in 1901 volgden succesvolle buitenlandsche toumées. Een breuk met het Nederlandsch Tooneel deed hem met eigen gezelschappen toumées maken door Nederland en Indië, totdat in 1914 de verzoening tot stand kwam. Na de tooneelstaking van 1920 bleef B., ongebroken en in volle kracht, met een eigen klein gezelschapje doorspelen. De Londenaars bracht de ruim tachtigjarige nog in verrukking door zijn Shylock, temidden van een Engelsch ensemble in het Hollandsch gespeeld, zóó expressief, dat de taalmoeilijkheden overbrugd schenen. Een aanrijding in 1924 bracht den acteur een grooten schok toe; ondanks alle geestkracht kwam hij dien niet meer geheel te boven.
“v.Thienen.
” 3) Theodora Antonia Louise, Mann-Bouwmeester→ (Th. A. L.).