Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bouwdoos

betekenis & definitie

Bouwdoos - noemt men een verzameling van bouwonderdeelen, welke zoodanig gekozen zijn, dat ze gemakkelijk tot een of ander geheel zijn samen te voegen. Als speelgoed bestaat de bouwdoos uit blokken, staafjes, schijven enz. van hout, steen of metaal; met behulp hiervan kan het kind al spelende de dingen trachten op te bouwen, waarvan het voorbeelden rond zich ziet.

De eenvoudigste b. bestaan uit houtkuben (blokkendoozen). Opgeplakte plaatjes hebben geen nut; meestal beschouwt het kind zulke stukken als gewone houten blokken en bouwt ze op elkaar zonder op de plaatjes te letten. Voor schoolgaande kinderen bestaan bouwdoozen voor het inrichten van poppenkamers, voor het bouwen van auto’s, wagens en huizen en van allerlei beweegbare modellen. Voor grootere knapen — zelfs volwassenen „helpen” gaarne — bestaan vnl. de Matador- en Märklin-bouwdoozen. De Matador-bouwdoos bestaat uit houten klossen (welke een kwadratische doorsnede hebben en van gaatjes zijn voorzien), staafjes, schijven en houten tandraderen; houten spillen, welke met een hamer in de gaatjes worden geslagen, dienen voor verbinding. De Märklin-bouwdoos bestaat uit metalen platen en strooken, voorzien van gaatjes; de verbinding wordt tot stand gebracht door middel van schroefjes met moertjes.

De bouwdoos heeft opvoedkundige waarde, doordat het eenvoudige materiaal het mogelijk maakt, dat het kind zijn indrukken op echt kinderlijke wijze, zonder bijzondere techniek, kan weergeven; de scheppende kracht in het kind wordt gewekt; het ervaart de zwaartekracht, die den opbouw der lichamen beheerscht; de construeerende knaap leert de techniek kennen als een voortbouw op de natuur; een langzame overgang wordt gevormd van spel naar arbeid.

In de radiotechniek bevatten bouwdoozen alle noodige onderdeelen, aanwijzingen enz. voor een gemakkelijke monteering van een radio-ontvangtoestel of van een gedeelte daarvan.

< >