Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bouw (maat)

betekenis & definitie

Bouw (maat) - uit Javaansch: baoe, oppervlaktemaat ter aanduiding van een hoeveelheid sawah-grond, die één man kan bewerken, daarom ook gawé ning wong (werk voor één man) of karjo (werk) genaamd. Vier baoe vormen één djoeng.

Daar niet elke grond even gemakkelijk te bewerken is, was de grootte van de baoe plaatseüjk zeer verschillend. Door het Indische gouvernement is echter de bouw gestandaardiseerd, zoodat men er thans onder verstaat de oppervlakte van 500 vierkante Rijnlandsche roeden = 7 096, 50 m².

< >