Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Boulenger

betekenis & definitie

Boulenger - 1° Hippolyte, Belgisch schilder. * 3 Dec. 1837 te Doornik, † 4 Juli 1874 te Brussel. Omtrent 1863 wordt hij bekend.

Zijn kunst is vooral geïnspireerd op de Fransche realisten en den stichter der Tervurensche schilderschool. Zijn onderwerpen neemt hij vooral uit de buurt van Tervuren. Hij weet zijn landschappen atmosfeer en een zekere weidschheid te geven. Werkt graag met samengestelde kleuren, waarbij het grijs overheerscht. Sluit zich omtrent 1870 aan bij de door Felicien Rops gestichte „Société internationale des Aquafortistes” te Brussel.

Voorn, werken: De witte beukenlaan (1871, museum te Brussel); Gezicht op Hastières; Vijvers van den grijzen molen van Ter Hulpen. — Lit.: Pol de Mont, De Schilderkunst in België (1921, 161 vlg.). “Knipping.

”2° Jacques, Fransch geschiedschrijver en criticus. * 1879 te Parijs. Stichter van de Société des études rabelaisiennes en van de Revue du XVIe siècle.

Werken: Les Dandys (1907); Marceline Desbordes-Valmore (1909); Paris romantique (1912); Un professeur de snobisme (1913); De la valse au tango, histoire de la danse (1913); Au pays de Gérard de Nerval (1914); Le Grand Siècle (1913—1914); Mais l’art est difficile (1921—1922); Renan et ses critiques (1925); La vie de Saint Louis (1929); Les comptes de Louise de Savoie et de Marguerite d’Angoulème (met Abel Lefranc).

3° Marcel, Fransch romanschrijver, * 1873 te Parijs. Zijn werken worden gekenmerkt door mondaine elegantie, klassieken smaak, zuiverheid van taal en de fijne „esprit” van vroeger. De sport neemt in zijn romans een groote plaats in.

Werken: Le page (1900); La croix de Malte (1902); Au pays de Sylvie (1904); Lettres de Chantilly (1907); Nos élégances (1908); Le pavé du roi (1910); Mes relations (1911); Cours de vie parisienne (1913): Le fourbe (1914); Nouvelles lettres de Chantilly (1923); Le vicomte (1924); Le duc de Morny, gentilhomme français (1925); Eloge du snobisme (1926); Les moeurs du jour (1926); Mazarin, Soutien de l’Etat (1929).

< >